Shaykh Al-Islām Ibn Al-Qayyim رحمه الله zei:
“Elke Āyah in de Qur’aan bevat At-Tawhied (de Éénheid van Allāh), wat het ondersteunt en wat er naar uitnodigt.
De Qur’aan duidt of op kennis over Allāh, Zijn Schone Namen & Eigenschappen en Zijn Handelingen. Dit is At-Tawhied al-Ilmi en al-khabari (oftewel: Tawhied ar-Rububiyyah en Tawhied Al-Asmaa was-Sifaat).
Of het roept de mensen op om alléén Hem te aanbidden zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen en (zij dienen zich te) ontdoen van alles wat naast Hem wordt aanbeden. Dit is At-Tawhied al-Iraadi en at-Talabi (oftewel: Tawhied al-Uluhiyyah).
Of het (duidt op) geboden & verboden en men wordt verplicht gesteld om Hem in Zijn verboden en geboden te gehoorzamen. Dit zijn de rechten van At-Tawhied en het compleet maken ervan.
Of het (duidt op) kennis over de waardigheid van Allāh naar Zijn mensen van At-Tawhied, Hem daarin gehoorzamen, wat Hij met hen (de mensen van At-Tawhied) heeft gedaan in het wereldse leven en met wat Hij hen zal begunstigen in het hiernamaals. Dit is de beloning van (iemand) zijn Tawhied.
Of het (duidt op) kennis over de mensen van Ash-Shirk (afgodendienaren), wat Hij met hen heeft gedaan in het wereldse leven aan bestraffing en met wat Hij hen zal bestraffen in het hiernamaals. Dit is dus kennis over degene die At-Tawhied tegengaat.
Dus de Qur’aan in zijn geheel duidt op At-Tawhied, de rechten ervan, de beloning ervan. Zo ook wat te maken heeft met Ash-Shirk, de mensen ervan en wat zij daarmee verkrijgen (aan bestraffing).”
Bron: Madārij As-Sālikin: 3/450
Vertaald door: Team Al-Mabaadie Arabic Centre